Een definitie van biseksualiteit kan betrekking hebben op gedrag, maar ook op identiteit.
Eigenlijk zijn er zoveel definities als er soorten mensen en relaties zijn.
Toch zijn er enkele basiskenmerken te onderscheiden die in een omschrijving van biseksualiteit niet kunnen ontbreken:
- Er is sprake van enige vorm van (erotische) aantrekkingskracht of (romantische) liefde tussen individuen
- Deze liefde of aantrekkingskracht heeft betrekking op beide seksen.
- Als het gaat over verliefdheid of seksualiteit wordt geen van beide seksen per definitie uitgesloten
Een door veel belangenorganisaties gehanteerde definitie is van de Amerikaanse bi-activiste Robyn Ochs:
Biseksuelen zijn mensen die in zichzelf het potentieel (h)erkennen om zich seksueel en/of romantisch aangetrokken te voelen tot mensen van meer dan één geslacht of gender. Niet per se op hetzelfde moment, niet per se op dezelfde manier, en niet per se in dezelfde mate. (bron: Wikipedia)
In deze definitie komen de drie bovengenoemde punten inderdaad terug.
Veel biseksuelen benadrukken in de eerste plaats dat ze op 'mensen' vallen.
In dat geval staat de liefde voor een individu centraal, en dus niet de sekse, noch de seksualiteit.
Omdat er geen sprake is van een afgebakende betekenis, lijkt biseksualiteit een containerbegrip: deels kan de gebruiker er een eigen betekenis aan geven.
Dit kan positief zijn, maar natuurlijk ook negatief.
In het laatste geval zijn er vaak associaties met polyamorie, seksverslaving of algehele emotionele instabiliteit.
Als de grenzen tóch al ver te zoeken zijn lijkt het bovendien zinnig om het verschijnsel biseksualiteit (in wat voor vorm dan ook) in een breder - sociologisch, maatschappelijk en zelfs politiek - perspectief te plaatsen.
Vervolgens is het nog maar één stap naar een betere aanduiding van het verschijnsel.
Want laten we eerlijk wezen: alleen het wóórd maakt het al lastig om 'er' in gezelschap over te beginnen.
- Alsof bi-'seksuelen' alleen maar met seks bezig zijn.
- Alsof biseksuelen niet in staat zijn tot een monogame biseksuele relatie.
- Alsof biseksualiteit niet over veel méér kan gaan: liefde, diepe vriendschap, of het doorbreken van beperkende patronen met een meer androgyne levensstijl.
- Alsof eerlijkheid je, met het gebruik van het woord bi-'seksueel, altijd en overal gebiedt, om meteen ook maar openheid van zaken te verschaffen over je meest intieme gedragingen (seks).
- Alsof het niet vast willen of kunnen leggen van een voorkeur voor één bepaalde sekse betekent dat deze onbestemdheid onderdeel is van je identiteit.
Kortom: een woord zonder 'seks' erin zou mij persoonlijk beter bevallen.
Waarmee ik niet wil ontkennen dat erotische aantrekkingskracht een onmisbaar element is.
Ook zeg ik hiermee niets over de term 'homoseksueel', die beslist beter klinkt dan homofiel, of andere gangbare termen (flikker, mietje, enzovoort).
'Bifiel' is al helemaal niets, inderdaad.
Wat dan?
Liefst zouden we - wij, 'biseksuelen' - natuurlijk een deel van de pejoratieve (ongunstige) betekenissen mét het woord overboord gooien.
Bijvoorbeeld de suggesties dat bi's 'niet kunnen kiezen', of zelfs doelbewust 'van twee walletjes eten'.
Laat staan de suggestie dat ze onvolwassen persoonlijkheden zijn die in een 'fase' verkeren die uiteindelijk ofwel zal leiden naar homoseksualiteit - de gangbare mening onder homoseksuelen - ofwel naar werkelijke volwassenheid - dit laatste volgens psycho-analyticus Freud en vele van zijn navolgers.
Daar komt nog bij dat veel mensen (mannen?) bij biseksualiteit (met name van vrouwen) automatisch denken aan 'triootjes'.
Jammer.
Aan de andere kant moet de term wel duidelijk zijn.
Dat het over liefde gaat moet erin, en ook dat die liefde niet beperkend is, want niet uitsluitend bestemd voor mannen óf vrouwen.
Bi-amoureus?
Dat hoor je wel meer, en is misschien niet zo slecht.
Veel jongeren schijnen zich nu panseksueel te noemen.
Dat vind ik niet ideaal, want wat mij betreft mag dat 'seksueel' er wel uit.
Het woord seks creëert in veel gezelschappen immers onvermijdelijk een ongemakkelijke spanning.
Gebruik van het woord suggereert dat je iets intiems van jezelf 'opdringt' aan anderen.
Elke keer als je het woord seksueel in de mond neemt, moet je je dus wel afvragen of je publiek dit wel aan zal kunnen.
Vervelend.
Bi-inclusief?
Dat is weer jammer van die twee i's... het bekt niet lekker.
Het liefst zou ik een gemakkelijke, duidelijke, goed in het gehoor liggende term verzinnen die vooral de nadruk legt op het 'niet uitsluiten' van één van beide geslachten zodra het op diepe dan wel erotische liefde aan komt.
Waarbij dan natuurlijk wel weer duidelijk moet zijn dat kinderen en honden in dit verhaal weer níet worden meegerekend.
Kortom: het valt niet mee, dus alle suggesties voor een levensvatbaar nieuw woord zijn welkom.
Voorlopig bevalt bi-amoureus mij het beste.
Omdat woorden echter pas zinvol worden kunnen gebruikt zodra zij algemeen 'gedragen' en dus begrepen worden, gebruik ik voorlopig het korte maar krachtige 'bi'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten